Berini historie.

In het jaar 1949 kwamen drie mannen bij elkaar met de gedachte zelf een hulpmotor te bouwen. 

Het waren Bernard Neumann,  Rinus Bruynzeel en  Nico Groenendijk. Met de eerste twee letters van hun voornamen kwamen ze aan  BERINI. Samen kwamen ze op het idee om net als Solex een hulpmotor te gaan maken, maar deze losse hulpmotor moest wel passen op elke fiets. 

December 1949 verscheen de eerste BERINI op het toneel. De eerste Met een eivormig tankje gemaakt van twee koplampen van een DKW motor deze samen aan elkaar gemaakt en met verlichting maar tijdens de productie heeft men wel de vorm van de tank aangehouden maar niet meer gemaakt van DKW koplampen ook de verlichting was te duur voor productie. Tank met een inhoud van ruim  1 liter en een 26 cc cilinderinhoud met een Zenith carburateur. Vanaf 1950 is de cilinderinhoud 32 cc met een carburateur van Carwi en een ontsteking van Wico. Later zijn ze met een Bosch ontsteking en een Encarwi carburateur gebouwd. De eerste berini kostte 239 gulden en in 1959 nog maar 168 gulden. De eerste Berini M 13 (eitje) is gemaakt in Den Haag en in 1950 zijn ze naar Rotterdam verhuisd en in een nieuwe fabriek met 80 man werd iedere dag ongeveer 180 berini’s gemaakt.

In 1952 kwam de M 19 en Cyclestar met rolaandrijving op het achterwiel. Deze motoren waren niet erg succesvol, en werden ook maar enkele maanden gemaakt. De M19 kostte in 1952 maar 395 gulden, en voor 30 gulden extra had men een verende voorvork.

  1954, De introductie van de Berini M21

Met het maken van de BERINI M21 veranderde het imago van Berini. De M21 word niet aangedreven met een rol maar met een ketting. Deze motoren worden gebouwd onder de naam Pluvier. De cilinderinhoud is 48cc, en met een koppeling is het starten en wegrijden een stuk makkelijker geworden. De snelheid is 55 km/p.u. 

De eerste M 21 is nog met rubber voorvering en in 1955 zijn ze uitgevoerd met telescoop voorvering. Ook in 1955 kwam de bolle tank (M 21 de luxe). De meeste berini waren in het zwart (kachel pijp, het zwarte lijk) maar er waren ook andere kleuren verkrijgbaar, zoals grijs, groen en blauw. Pluvier motoren heeft nog een tijd bromfietsen gemaakt in plaats van M21 heette dat Pluvier 210 maar dat duurde niet lang.

In 1956 kwam er ook een verlengde M21 met een  bagagedrager die aan het frame gelast is waardoor er meer last op de bagagedrager geplaatst kan worden zo ontstaat de eerste duozit met extra zweefzadel. Deze verlengde frames in de rode kleur werden o.a. gebruikt door de PTT, maar deze zijn bijna niet meer vinden.

In 1958 kwamen de "lange" modellen van de M21 uit. Deze oogden veel luxer.

De luxe uitvoering -met schokbrekers achter- werden uitgevoerd met de Speed-o-matic. Een ingebouwd apparaatje waarmee je niet meer harder kon dan 40 km/p.u. 

In 1955 kwam er ook nog een twee versnellings brommer uit genaamd M22, maar dit is nooit een groot succes geweest.